Toen ik voor het eerst naar Albanië reisde, had ik geen idee wat ik moest verwachten. De eerste keer dat ik naar Albanië reisde bezocht ik het bergachtige noorden. Zoals ik dat altijd doe bij reizen, liet ik alles open. Geen verwachtingen, geen vooroordelen – alleen nieuwsgierigheid. Samen met mijn beste vriend vlogen we naar Tirana, waar we ook verbleven. We wilden een auto huren, maar ontdekten al snel dat de taxi’s in Albanië een verrassend goedkope en relaxte manier waren om rond te reizen. En dat niet alleen – de chauffeurs bleken ook geweldige gidsen. Vol enthousiasme vertelden ze over hun land en gaven tips die je niet in de reisgidsen vindt.
Onze eerste dag begon rustig, vooral omdat het rond de 40 graden was. In de avond koelde het iets af en trokken we de stad in. Daar ontdekten we het traditionele restaurant ODA – en blijkbaar waren we niet de enigen. Buiten stond een rij, maar niemand ging weg. De restauranthouders hielden iedereen vrolijk met glazen raki, waardoor de sfeer er al goed in zat. Binnen genoten we van typisch Albanese gerechten, lokale wijnen en live muziek van een traditioneel orkest. Op een gegeven moment danste het hele restaurant. De tafels stonden dicht bij elkaar, dus we raakten al snel in gesprek met andere reizigers. De avond liep door tot laat — vol sfeer, muziek en gastvrijheid.
De volgende dag werd een stranddag. We gingen naar Durrës, waar we genoten van zon, zee en een heerlijke lunch aan het water. Onze vaste taxi-chauffeur gaf ons onderweg nieuwe tips, waaronder de Djati-berg en het stadje Krujë.
De dag erna namen we de kabelbaan naar de top van de Djati-berg – een ritje met uitzicht over heel Tirana. We besloten te gaan wandelen en kozen een pad naar de top. De afdaling bleek onverwacht avontuurlijk: we liepen per ongeluk door een militaire zone, compleet met oude bunkers uit de Balkanoorlog. Gelukkig werden we vriendelijk door een militair begeleid naar de uitgang. Een onverwacht stukje avontuur.
Daarna aten we in het panorama-restaurant bovenop de berg met een uitzicht om stil van te worden. ’s Avonds slenterden we nog door de stad en doken we op tijd ons hotel in. De volgende ochtend: spierpijn. Maar dat hield ons niet tegen om het prachtige stadje Krujë te bezoeken. Na een uur rijden bevonden we ons in smalle straatjes vol sfeer, handwerk en historie. Het kasteel bood uitzicht over de hele regio, en het biertje in de kasteeltuin smaakte dan ook extra goed.
De reis eindigde aan het zwembad, in alle rust, nagenietend van wat we allemaal hadden meegemaakt.
En ja – we zijn teruggegaan. Want dit land heeft iets. De mensen, de rauwe schoonheid, de rust, de gastvrijheid.
Waarom ik dit met je deel?
Omdat ik geloof dat jij dit óók zou moeten meemaken. Veel mensen kiezen elk jaar weer voor dezelfde bestemming – Frankrijk, Oostenrijk, het Gardameer. Maar ben je dat niet een keer zat?
Ga eens van de gebaande paden. Laat je verrassen. Laat je raken. Doe het anders.
Boek je reis naar Albanië via ZONDR. Je zult er geen spijt van krijgen.